‘Ik hoor vaak: jij bent zo’n sterke vrouw. En dan denk ik: Een sterke vrouw? Zo voel ik me vaak helemaal niet. Maar ik realiseer me steeds meer dat sterk zijn niet betekent dat je altijd op je tanden hoeft te bijten. Dat sterk ook betekent dat je je kwetsbare kant kent en die ook durft te laten zien. En dus ook nee zegt tegen een freelance klus waarin je geen zin hebt.’
Samen met haar tweede man, dochter en twee stiefzoons woont freelance communicatiespecialist en coach Selene in een karakteristieke jaren-dertigwoning in hartje Alkmaar. Hun bejaarde herdershond ligt loom op de grond naast de keukentafel. Selene houdt van kleur. De thee schenkt ze in vrolijk gekleurde bloemenkoppen. Op haar website staan kleurrijke foto’s en op haar visitekaartje prijkt een bonte vogel.
‘‘Nee verkopen’, vind ik vaak nog moeilijk.’
Assertief zijn
Vorige week deed Selene dat nog: nee zeggen. De communicatieklus die ze deed beviel haar niet meer. Kinkt logisch. Maar assertief zijn, op een beschaafde manier voor jezelf opkomen, dat heeft ze met heel veel pijn en moeite geleerd. ‘‘Nee verkopen’, vind ik vaak nog moeilijk. Dan denk ik: ze gaan me niet meer leuk vinden. Maar nu denk ik daar gelukkig meteen achteraan: Nou èn?! Dan vinden ze dat maar. En zeg ik toch ‘nee’. Daarna voel ik me even rot. Maar snel daarna juist veel beter. Alleen als mensen tegen me schreeuwen dan lukt assertief zijn me niet. Dan bevries ik. Net als een konijn voor een koplamp.’
Assertiviteit was vroeger bij haar thuis in Zaandam niet gewenst. ‘Mijn moeder walste over al mijn grenzen heen. Ze had twee gezichten: ze kon lief en zorgzaam zijn, maar ook boos en driftig. En voor die boosheid kon alles een trigger zijn. Ik voelde dat de spanning in huis zich dan langzaam opbouwde en deed zo lief en aardig mogelijk. Ik liep op eieren en trok me terug. Vaak op mijn kamer. Dan speelde ik met mijn poppen of luisterde ik muziek op mijn cassetterecorder.’
Vreemde eend
Selene groeide op als jongste in een katholiek gezin met vijf kinderen. Haar moeder was een vreemde eend in de bijt in de Zaanstreek. Ze kwam uit Oostenrijk. Op haar achttiende vervalste ze een handtekening van haar ouders en begon ze als au pair in Nederland. Op een dansavond in Westzaan ontmoette ze Selenes vader. Een lieve, maar zwakke man die zich bij Sigma Coatings van fabrieksarbeider opwerkte tot laborant.
‘Mijn vader kreeg tijdens ruzies vaak de volle laag. Maar ook de kinderen ontzag ze niet: als ze boos was, dan was ze boos op iedereen. Nee, mijn vader nam het dan niet voor ons op. Ik kon niet bij hem schuilen. Een van de ergste dingen die mijn moeder deed als ze boos was, was me compleet negeren. Soms zei ze twee dagen helemaal niets tegen me. Dat was zo’n straf voor me. Ik vind dat een vorm van mishandeling.
‘Ik ben altijd aan het aftasten.’
Aftasten
Die onvoorspelbare woedaanvallen hebben mij behoedzaam gemaakt. Ik ben altijd aan het aftasten. Dat is een eigenschap waar ik soms profijt van heb, maar vaak ook veel last van heb. Ik maak me dan te afhankelijk van hoe een ander zich voelt. Als die een rotdag heeft dan betrek ik dat meteen op mezelf.’
De situatie bij haar thuis in Zaandam werd steeds penibeler. Haar moeder werd agressiever. Ze begon nu ook vaak te slaan. Op een gegeven moment woonde Selene nog als enige van de vijf kinderen thuis. ‘Ik voelde me voortdurend gecontroleerd door mijn moeder. Ze werd ook paranoïde. Zo dacht ze dat de Binnenlandse Veiligheidsdienst haar in de gaten hield omdat ze Oostenrijkse was.’
Kippenvel
Op een avond kwam Selene wat later thuis dan gepland van paardrijden. Toen ik binnenkwam, waren mijn ouders er niet. En ik wist meteen: dit is foute boel. Mijn ouders waren altijd thuis. Die gingen nooit ergens naartoe. Ze waren me aan het zoeken. Toen mijn moeder binnenliep was ze woedend en sloeg ze me. Voor het eerst. Toen ze dat deed wist ik: nu is ze over een grens gegaan. En ik wist wat dat betekende. Bij mijn één-na-jongste zus was dat ook gebeurd. En nu ik het vertel krijg ik weer kippenvel als ik terugdenk aan het geluid dat ik vanaf mijn slaapkamer hoorde, toen mijn moeder beneden het hoofd van mij zus tegen de muur bonkte.’
Die avond liep Selene weg. Ze nam geen spullen mee. Alleen wat betalingsbewijzen van haar krantenwijk die ze kon gebruiken om abonnementsgeld te innen. Ze logeerde eerst bij een van haar zussen. En ze kwam via een bekende van haar zus terecht in een pleeggezin. ‘Ik had meteen een goede klik met mijn pleegvader. Ik vond het een leuke vent, met een goed ontwikkeld gevoel voor humor. Hij gaf les op de zeevaartschool en was actief in de lokale politiek. Door hem kroop ik langzamerhand uit mijn schulp. Toen ik bij mijn ouders woonde, moest een deel van mijn persoonlijkheid in de kast. Dat was zo normaal voor me geworden, dat ik niet eens had gemerkt dat ik mezelf daarmee geweld aan deed.’
‘Ik heb heel vaak uitgeroepen: ‘Niet wéér in therapie!’ Maar ik weet dat het goed voor me is.’
Therapie
Vanuit die stabielere thuissituatie, ging ze hard aan de slag met zichzelf. ‘Al vrij jong wist ik: ik wil kinderen. En als ik niets verander aan hoe ik in het leven sta, dan is er een grote kans dat ik veel ga herhalen van wat ik juist niet wil herhalen. Vanaf mijn twintigste volgde ik dus therapie in allerlei soorten en maten. Van regressietherapie, tot cognitieve gedragstherapie en binnenkort wil ik aan de slag met familie-opstellingen. Ik heb heel vaak uitgeroepen: ‘Niet wéér in therapie!’ Maar ik weet dat het goed voor me is. En ik heb er een mooie metafoor voor gevonden. Als ik ergens mee start, zeg ik: ‘Dit is Mario Kart voor gevorderden. Een hoger level.’’
De therapie en haar wil om het anders te doen dan haar ouders, hebben zijn vruchten afgeworpen. ‘Ik heb een dochter van zestien. En volgens mij zit het wel goed met onze band. We zijn close. Laatst zei ze tegen me: ‘Ik vertel jou veel meer dan vriendinnen hun moeders vertellen. Dat komt omdat jij niet zo snel oordeelt.’ Maar opvoeden gaat me niet vanzelf af. Ik ben soms te lief, te soft. En ik moet over veel nadenken: wat gebeurt hier? Wat vind ik hiervan?’
Muziekwetenschappen
Ondanks haar onstabiele jeugd, deed Selene eindexamen vwo. En daarna studeerde ze muziekwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Haar eerste keus was het conservatorium. Maar ze kwam niet door de audities. ‘Achteraf denk ik: ik was er nog niet klaar voor. Ik was nog veel te gespannen. In je stem hoor je ook heel duidelijk terug hoe je in het leven staat.’ Ze rolde het communicatievak in, combineerde dat met journalistiek en besloot al snel dat ze wilde freelancen. ‘Ik wil geen baas die voortdurend in mijn nek hijgt. Dat werkt niet goed voor mij. Ze lacht: ‘Waarschijnlijk een overblijfsel van mijn jeugd.’ Ze werkt nog steeds als freelance journalist en communicatiespecialist en combineert dit nu met loopbaancoaching.
‘Op mijn zevenentwintigste heb ik zelf loopbaancoaching gehad. Samen met mijn coach maakte ik toen tot een top 3 van beroepen die ik graag wilde doen. Op nummer 1 stond therapeut, nummer 2 was journalist. Ik heb toen getwijfeld of ik een carrièreswitch zou maken. Maar ik dacht: ik heb al net veel narigheid afgesloten. Mijn leven begint net; alles wordt pas net normaler en leuker. Ik was nog niet klaar om anderen te helpen. Een paar jaar geleden kwam die gedachte weer naar boven. En vorig jaar heb ik de sprong gewaagd.’
‘Veranderen is ook hartstikke moeilijk. Veranderen doet zeer.’
Veranderen
Ze helpt zzp‘ers met hun professionele en persoonlijke ontwikkeling. Helpt die antenne op haar hoofd, die ze ontwikkelde tijdens haar jeugd, haar bij de coaching? ‘Ja, ik leg snel mijn vinger op de zere plek. Maar ik heb ook geleerd om die antenne soms uit te zetten. Zodat ik niet voortdurend de energie en spanning van anderen opvang.’
Heeft ze als coach met haar achtergrond en haar drang naar veranderen, geduld met cliënten in de slachtoffermodus? ‘Ik weet heel goed dat veranderen lastig kan zijn. Eén van mijn docenten bij mijn coachingsopleiding zei: ‘Mensen moeten op een distel gaan zitten en dan pas willen ze veranderen. Soms is de pijn niet groot genoeg.’ Veranderen is ook hartstikke moeilijk. Veranderen doet zeer. Ik heb me dat zelf ook gemerkt tijdens therapiesessies. Mijn beeld van mezelf werd aan diggelen geslagen. Reflectie doet pijn, maar levert je uiteindelijk heel veel op.
‘Ga in therapie. In godsnaam. Als je je been breekt, ga je dat toch ook niet zelf proberen te helen?!’
Mijn jeugd gaat nooit weg. Er blijven littekens. En er blijven worstelingen. Maar nieuwe worstelingen, herken ik snel. Dan denk ik eerst: Ah, bah. Maar daarna stroop ik mijn mouwen op en probeer ik ze te overwinnen.’ Over wel of niet in therapie gaan na een ingewikkelde jeugd is Selene dan ook heel duidelijk: ‘Ga in therapie. In godsnaam. Als je je been breekt, ga je dat toch ook niet zelf proberen te helen?!’